Plan: | Landgoed De Negen Linden |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BP1300nld082010-vo00 |
Watertoets en Waterbeheer
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
Het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht is verantwoordelijk voor de zorg voor waterkeringen (voorkomen van overstromingen door dijkdoorbraak), de kwaliteit van oppervlaktewater (sloten), het waterpeil (voorkomen van wateroverlast) en het zuiveren van afvalwater. In het plangebied verzorgt het hoogheemraadschap (middels haar uitvoeringsorganisatie Waternet) de zuivering van afvalwater. Gemeente Wijdemeren heeft de zorgplicht voor het inzamelen en transport van afvalwater (volksgezondheid), hemelwater en grondwater (voorkomen overlast) binnen het plangebied. In het kader van de verplichte watertoets is over deze ruimtelijke ontwikkeling overleg gevoerd met de waterbeheerder, waarna de opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid stedelijk waterbeheer
In het Waterplan Amstel, Gooi en Vecht 2006-2009 is het beleid van het hoogheemraadschap in deze periode beschreven. Het hoogheemraadschap maakt in de betreffende periode een omschakeling naar en nieuwe manier van werken. Daarbij wordt de Europese kaderrichtlijn Water geïmplementeerd, worden acties opgezet om klimaatsverandering en de wateroverlastproblemen het hoofd te kunnen bieden en wordt gestreefd naar kosteneffectieve maatregelen voor de afvalwaterketen.
Op dit moment is het Waterbeheersplan 2010-2015 gereed en voorlopig vastgesteld, aangezien de inspraakprocedure nog niet is afgerond. Het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht heeft drie hoofdtaken: zorg voor veilige dijken, zorg voor voldoende water en de zorg voor schoon water. Daarnaast zorgt het hoogheemraadschap in het beheergebied voor: vaarweg- en nautisch beheer, faciliteren van het recreatief medegebruik van wateren en dijken, zorg voor natuurwaarden en bevordering van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
In het Waterbeheerplan is het beleid voor al deze taken voor de komende 6 jaar opgenomen. Dit beleid vormt tevens het uitgangspunt voor de watergebiedplannen en voor de stedelijke waterplannen die gemeenten in afstemming met het hoogheemraadschap maken.
In de handleiding Watertoets & Vergunningverlening uit 2003 van het hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. In hooggelegen infiltratiegebieden geldt geen verplichting tot de aanleg van open water als compensatie voor toename van verhard oppervlak. In plaats daarvan dient de initiatiefnemer voldoende tijdelijk bergend oppervlak te creëren en daarnaast voorzieningen waarmee schoon regenwater in de ondergrond kan infiltreren. Verder is op dit moment het handboek Hemelwater van toepassing.
Bodem en grondwater
Het plangebied ligt in de noordwestelijke punt van de kern Nieuw Loosdrecht. De locatie bestaat uit het Landgoed De Negen Linden. Het landgoed bestaat uit bebouwing, bos en een stuk agrarisch grasland. De maaiveldhoogte ligt circa tussen de NAP 0,1 m en NAP 0,5 m en de bodem bestaat uit zand. Volgens de Bodemkaart van Nederland geldt in het plangebied grondwatertrap III. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand van nature 0,4 m beneden het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen de 0,8 m en 1,2 m beneden het maaiveld ligt. Hydrologisch gezien is het infiltratiegebied, waar hemelwater infiltreert in de bodem en zo het grondwater aanvult.
Waterkwantiteit
Het plangebied ligt in de polder Muyeveld, in peilgebied 60-2. Het zomerpeil in het plangebied bedraagt NAP -0,7 m en het winterpeil NAP -0,95 m. In en langs het plangebied liggen enkele waterpartijen. Het betreft hier geen hoofdwatergangen met uitzondering van een gedeelte van de watergang langs de Nieuw Loosdrechtsedijk.
Waterkwaliteit
Voor de natuur is de waterkwaliteit op veel plekken niet goed genoeg, namelijk te voedselrijk of te zuur. Het plangebied is niet gelegen in een grondwaterwingebied of een grondwaterbeschermingsgebied. Het plangebied en de omgeving zijn aangesloten op een gemengd riool.
Veiligheid en waterkeringen
In het plangebied of directe omgeving zijn geen waterkeringen aanwezig.
Het bestemmingsplan wordt opgesteld om het huidige bouwvlak te vergroten. In het plangebied wordt het afgebrande woonhuis op het landgoed herbouwd. Het bouwvlak wordt vergroot voor de aanleg van een veranda, overkapping en serre.
Veiligheid en waterkeringen
Het bestemmingsplan heeft geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving.
Waterkwaliteit en ecologie
Voor het (afwerking van) nieuwe woonhuis dienen duurzame, niet-uitloogbare materialen toegepast te worden (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen.
Waterkwantiteit
Aangezien het hemelwater niet afvoert naar oppervlaktewater, maar wordt geïnfiltreerd, is de Keur van AGV met betrekking tot de compensatie-eis open water om ongewenste peilstijgingen te voorkomen, niet van toepassing.
Afvalwater en riolering
Conform het vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen. Huishoudelijk afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Hemelwater dat op het dak en terras valt, stroomt af onder vrij verval naar het oppervlaktewater en zonder tussenkomst van een rioolstelsel. Het hemelwater afkomstig van het parkeerterrein infiltreert in de bodem.
Beheer en onderhoud
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de Integrale Keur AGV 2009. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
In het voorliggende bestemmingsplan worden geen aanpassingen aan het watersysteem mogelijk gemaakt.
Als gevolg van de beschreven ontwikkeling treden geen negatieve effecten op met betrekking tot de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.