direct naar inhoud van 5.4 Luchtkwaliteit
Plan: Landgoed De Negen Linden
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP1300nld082010-vo00

5.4 Luchtkwaliteit

5.4.1 Beleid en normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 5.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)*)   jaargemiddelde concentratie   48 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer per jaar meer dan 75 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  

*) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

5.4.2 Onderzoek

In het bestemmingsplan wordt een bestaand bouwvlak uitgebreid om het afgebrande woonhuis te herbouwen. Het bestemmingsplan maakt vervangende nieuwbouw van een bestaande situatie mogelijk. Hoewel de oppervlakte van het woonhuis iets toeneemt, neemt het aantal verkeersbewegingen van en naar het landhuis niet toe als gevolg van het voorliggende bestemmingsplan. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wlk kan om deze reden achterwege blijven.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Met behulp van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wordt inzicht gegeven in de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Dit is gedaan langs de Nieuw Loosdrechtsedijk, een maatgevende weg die langs het plangebied loopt. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie NO2 hier 22,3 µg/m3 en de jaargemiddelde concentratie PM10 24,2 µg/m3.

Hieruit blijkt dat de concentraties van luchtverontreinigende stoffen ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wlk liggen. Omdat direct langs de weg voldaan wordt aan de grenswaarden, is dit ter hoogte van het landhuis ook het geval. De concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de locatie verder van de weg is gelegen.

5.4.3 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de Wlk de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is ter plaatse van het woonhuis sprake van een goed woon- en leefklimaat.