Meer informatie over de historie en wat er te zien en doen is in ieder dorp.
Heeft het gevroren en zijn de plassen bedekt met een stevige laag ijs? Dan trekken grote groepen Nederlanders naar Ankeveen. Want Ankeveen is bekend om de prachtige schaatstoertochten die je er kunt rijden.
Maar de Ankeveense Plassen zijn het hele jaar door een bezoek waard zijn. In en rond de plassen komen veel bijzondere plant- en diersoorten voor. U kunt niet zelf met een bootje over de Ankeveense Plassen. Zo beschermen we de plaatn- en diersoorten en de kwaliteit van het water. Dit unieke natuurgebied is wel te verkennen onder begeleiding van een gids van Natuurmonumenten.
Cultuur
De voormalige hervormde kerk in het centrum is omgebouwd en heeft veel functies. Zo wordt het ‘theaterkerkje’ van Ankeveen veel gebruikt als locatie voor:
- exposities
- theatervoorstellingen
- muziekoptredens
- zakelijke events
- bijeenkomsten voor de inwoners van Ankeveen
Historie
De eerste vermelding van de naam Ankeveen komt voor als ‘Tankeveen’ in een charter van het Kapittel St. Marie uit 1290. Het plaatselijk bestuur bestond uit een schout, vijf schepenen en een bode. In 1709 wordt Arnold Walraad Carel Voet dominee in Ankeveen. Zijn dagboek is nog steeds in de pastorie van de Nederlands Hervormde Kerk in te vinden.
De Staten tekenen 13 jaar later een akkoord tussen de ingelanden van Ankeveen en Maria Elisabeth de Walé, Vrouwe van Ankeveen. Er komt geld voor bijvoorbeeld de bouw van kerken en huizen voor arme burgers, boeren en turfstekers. In 1759 telt het dorp zo’n 96 huizen. In ieder huis wonen twee of drie gezinnen en het aantal inwoners wordt op minimaal 800 geschat. De meeste inwoners verdienen hun geld met de veehouderij en het steken en verkopen van turf. De Roomse kerk in Ankeveen is de enige in de omgeving. Er komen daarom ook mensen van buiten Ankeveen hier naar de Heilige mis.
Breukeleveen heeft een prachtig en lang strand aan de Vijfde Loosdrechtse Plas. Daarom is Breukeleveen een ideale plek voor een heerlijk dagje aan het water. Breukeleveen is de kleinste kern van Wijdedemeren en heeft maar een paar honderd inwoners. Op een mooie zomerdag komen er regelmatig meer dan 10.000 bezoekers om te recreëren.
De Strook
Recreatieterrein de Strook is gratis te bezoeken en heeft veel ruimte om te parkeren. Er zijn voldoende picknickbankjes, plekken om te barbecueën en een volleybalveld. En, niet onbelangrijk: de sanitaire voorzieningen zijn modern en goed onderhouden. Naast de ingang ligt Paviljoen De Strook kunt u snacks en drankjes krijgen. De dag afsluiten met een gezellig etentje kan er ook.
’s-Graveland heeft veel buitenplaatsen. Mooie, grote, statige panden tussen prachtig aangelegde tuinen en omringd door bossen. Een groot aantal buitenplaatsen in ’s-Graveland zijn in het bezit van Natuurmonumenten.
Erop uit
‘s-Graveland is ideaal voor een dagje uit met kinderen. Ga bijvoorbeeld eens naar het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten. Daar vindt u spannende en leerzame wandel- en speurtochten. Maar ook de fanatieke wandelaar kan hier terecht. Zo is er een wandelroute van 17 kilometer langs 8 buitenplaatsen. Natuurlijk is een groot deel van dit gebied ook prima te ontdekken met de fiets.
Cultuur
’s-Graveland heeft veel galerieën met een heel verschillend aanbod van beeldende kunst. Tijdens de pinkerdagen is de jaarlijkse kunstroute. Dit is een prachtige fietstocht langs wel twintig galerieën. ’s-Graveland heeft een paar uitstekende restaurants..
Historie
Het dorp ’s-Graveland bestaat vanaf ongeveer de eerste helft van de 17e eeuw. Mr. Jan Ingel richt zich in 1625 tot de kamer van de grafelijkheidsdomeinen om ’s-Graveland te mogen verkavelen.
Zo ontstaat het dorp ’s-Graveland. Via de heren Adriaan Pauw en Pieter Corneliszoon Hooft zet hij arbeiders aan het werk om het land te ontginnen. Dit levert een aanklacht op van Hilversum en de ingezetenen van Gooiland. Bijna 100 jaar later worden de partijen het pas eens, maken de ingelanden een contract op en leggen zij de voorwaarden vast voor de ’s-Gravelandse polder. Van 1637 tot 1641 wordt de ’s-Gravelandse vaart gegraven. In 1672 stichten de Fransen overal branden in ’s-Graveland. Een groot deel van ’s-Graveland wordt hierdoor verwoest. De schadevergoeding is 6000 gulden.
Door de eeuwen heen hebben de buitenplaatsen het aanzien van het dorp bepaald. De herenhuizen werden gebouwd aan de oostkant van het dorp, de arbeiderswoningen aan de vaart. De bewoners van de landgoederen bepalen het sociale leven en zij stichten onder andere scholen en een wijkgebouw. De bewoners van de buitenplaatsen wonen in de zomer in ’s-Graveland en in de winter in de stad. Zo is er in de winter geen werk voor de mensen. Omdat het water in ’s-Graveland erg zacht is, zetten de vrouwen in de zomermaanden een wasserij-industrie op. Zo kunnen zij wat extra’s verdienen voor de winter. Later sturen schippers zelfs vanuit Amsterdam hun was. De vrouwen kunnen het werk niet meer alleen aan en de mannen gaan meehelpen. In 1658 vestigen zich enkele lakenwevers in het dorp, maar houden het hier niet lang uit. De laatste lakenweverij was gevestigd in het oude 'Het Wapen van Amsterdam'. Na de Tweede wereldoorlog begint het verval van de buitenplaatsen. De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten koopt deze op om de schoonheid van de landgoederen te bewaren.
Kortenhoef staat bekend om de prachtige schaatstochten die hier in de winter worden uitgezet. De ijsclub zorgt voor het onderhoud. Maar de Kortenhoefse Plassen zijn zo mooi dat ieder seizoen aantrekkelijk is voor natuurliefhebbers. De plassen zijn alleen te bereiken met kano’s en roeiboten. Zo houden we de natuur in stand blijft de kwaliteit van het water goed.
Wandelen
Wandelen over het Oppad en de Kromme Rading is een aanrader. Deze tocht van negen kilometer is uitgezet door Natuurmonumenten. U wordt over het kerkpad tussen ’s-Graveland en Kortenhoef en over de oude grens tussen Utrecht en Holland gebracht. Van begin tot eind heeft u hier een geweldig uitzicht over de Kortenhoefse en de Loosdrechtse Plassen.
De Wijde Blik
De Wijde Blik is een van de schoonste plassen van Nederland. Er liggen 7 eilandjes met prachtige stranden, waar u uw boot kunt aanleggen. Alle soorten vaartuigen zijn hier toegestaan.
Cultuur
Kortenhoef heeft ook de cultuurliefhebber veel te bieden. In het dorp staat een goed onderhouden kerkje uit de veertiende eeuw. Ook zijn er 3 molens die vroeger de Kortenhoefse Polder bemaalden. Daarvan is er een behouden gebleven, de Voorste Molen. Deze molen wordt ook wel de Gabriël genoemd. De naam komt van de schilder P.J.C. Gabriël, die de molen vaak heeft geschilderd. Aan het eind van de 19e eeuw kwamen er veel schilders van de Haagse School hierheen. En de schrijver Nescio vond in Kortenhoef inspiratie voor veel van zijn verhalen.
In Kortenhoef en ’s-Graveland zijn al heel lang veel galerieën te vinden. Ieder jaar met Pinksteren wordt de kunstroute georganiseerd. De galerieën zijn dan allemaal open. Ze zijn via een speciaal uitgezette route te bezoeken.
Historie
Kortenhoef is een meer dan 1000 jaar oud veendorp. Het is ontstaan uit dorpen die lagen rond het meer van de Bisschop van Utrecht: Ankeveen, Kortenhoef en Nederhorst.
De grenzen van toen bestaan nog in de 'Raden', zoals de Kromme Rade, de ’s-Gravelandse Vaart en de Stichtse Kade. In 1156 heet het dorp Curtevenne. De kern van het dorp ligt dan waar nu nog het oude kerkje aan de Kortenhoefsedijk staat. Tegen het eind van de 16e eeuw krijgt het dorp haar eigen dorpsbestuur. In 1675 telt Kortenhoef 87 gezinnen met in totaal 207 personen.
In de 17e en 18e eeuw vestigen zich hier veel immigranten en breidt het dorp zich uit. Veel werk is er dan nog niet. Dat verandert met de eerste drooglegging van het Horstermeer. Maar veruit de grootste verandering komt op rekening van de vervening. De plassen, het landschappelijk patroon en het dorpskarakter zijn daaraan te danken.
In de 19e eeuw verarmt Kortenhoef en gaan de welgestelden aan de ‘Rade’ tegen ’s-Graveland aan wonen. Zo rond 1900 worden de Kortenhoefse natuurgebieden (het land van Gabriël) ontdekt door schilders. In de jaren ’30 ontstaat de Oranjebuurt, in 1958 Munniksveen en in de zestiger en zeventiger jaren de wijken Groenhoeven I, II, III en de Gaard.
Met zijn vijf aan elkaar verbonden plassen is er veel te beleven voor watersporters. Op de Loosdrechtse Plassen zijn alle soorten vaartuigen toegestaan. Het is niet moeilijk om een adres te vinden waar u een boot kunt huren. Dat kan met een zeilboot, roeiboot of kano, maar ook met een gemotoriseerde boot (met of zonder kapitein). Neem een picknickmand mee en vaar naar een van de eilandjes. Of leg uw boot aan bij een van de vele gezellige terrasjes langs de kant.
Wandelen en fietsen
Er zijn prachtige fiets- en wandelroutes met vaak een adembenemend uitzicht over de plassen. En die leuke terrasjes aan het water zijn natuurlijk ook vanaf het land te bereiken! Bij een aantal bootverhuurders zijn ook fietsen te huur. Hier kunnen vissers ook terecht voor een dagvergunning.
Kasteel Sypesteyn
Aan de Nieuw-Loosdrechtsedijk ligt Kasteel Sypesteyn. De bouw van het kasteel zoals we het nu kennen, werd gestart in 1901. Maar de oudste funderingen die zijn gevonden, zijn van rond het jaar 1500. Het kasteel heeft een collectie Loosdrechts porselein en familieportretten, maar ook de tuin is een bezoek meer dan waard.
Historie
De eerste gegevens van Loosdrecht zijn van 1298. Het was een moerasgebied, gelegen tussen de rivier de Vecht en de Utrechtse heuvelrug.
Om dit moerasgebied te ontwateren werden sloten naar de Vecht en de Drecht gegraven. Die sloten naar de Drecht werden gegraven naar de oorsprong van dit riviertje. Hierdoor ontstond een stervormige verkaveling, 'Het Stergebied'. Om dit gebied werd een dijk gelegd, de nu nog bestaande Oud- en Nieuw-Loosdrechtsedijk. Ook werden er enkele dijken binnen het gebied gemaakt, maar deze zijn allemaal verdwenen.
Het drooggevallen gebied werd eerst als weidegrond gebruikt. De grond was vooral laagveen, dat in de 16e eeuw werd afgestoken en verwerkt tot turf. In de 17e en 18e eeuw ging men ook beneden het grondwater veen baggeren. Dit gebeurde zo veel dat er grote watervlakten ontstonden, nu de Loosdrechtse plassen. Na deze ‘verveningsperiode’ verarmde de gemeente. Later is door de predikant, ds. De Mol, een porseleinfabriek opgericht om de inwoners aan werk te helpen. In deze fabriek werd in de periode 1774-1782 het beroemde en nu zeldzame Loosdrechtse porselein geproduceerd.
Ontwikkeling als recreatiegebied
In het begin van de 20e eeuw is begonnen de Loosdrechtse plassen als recreatiegebied te ontwikkelen. Na 1945 kwam de recreatie sterk in opkomst. In de zomermaanden zijn vaak meer dan 8.000 boten te vinden op de plassen. Op 1 januari 1989 vond een gemeentelijke herindeling plaats. Hierdoor ging een stuk grond van de gemeente Loenen (Mijnden) en Breukeleveen van de gemeente Breukelen over naar de gemeente Loosdrecht.
De Spiegelplas en de Blijkpolderplas hebben een sterke aantrekkingskracht op watersporters (en zonaanbidders). De plassen zijn ontstaan door turfwinning en later zandafgraving. De Spiegelplas is op sommige plaatsen wel 45 meter diep. De diepte, het extreem heldere water en de verschillende waterflora en –fauna lokken veel duikers naar dit prachtige natuurgebied. Maar ook het zwemmen is hier een heel bijzondere belevenis. En na het zwemmen is het aangenaam uitrusten op een van de vele mooie strandjes. De Spiegelplas is over land en over het water te bereiken. De Zanderijsluis aan de noordzijde zorgt voor een verbinding met de Vecht.
Kasteel Nederhorst
Het eerste deel van zijn naam heeft het dorp gekregen door kasteel Nederhorst. Er zijn vermeldingen over het kasteel gevonden uit de dertiende eeuw, maar het orignele gebouw is in 1672 door brand verwoest. Het kasteel zoals we het nu kennen bestaat sinds het begin van de achttiende eeuw. Bezoekers kunnen het niet bezoeken, maar het is wel goed te bekijken. In de jaren zestig van de vorige eeuw zat het bedrijf Toonder Studio’s in een deel van het kasteel. Wie het werk van Marten Toonders kent, denkt aan Heer (Olivier B.) Bommel. Daarom wordt het gebouw ook wel Bommelstein genoemd. Het tweede deel van de naam komt van de locatie van het dorp: het is gebouwd op een stuifduin.
Historie
De nederzetting Nederhorst den Berg zelf is al heel oud, maar we weten niet precies hoe oud. Waarschijnlijk bestond het al in de achtste eeuw.
Samen met Ankeveen en Kortenhoef waren rond 1300 Nederhorst en Overmeer één groot gerecht. Later vormden ze een zelfstandig rechtsgebied. In 1811 werden Nederhorst den Berg, Ankeveen, Nigtevecht en Hinderdam samengevoegd tot één gemeente, met Nederhorst den Berg als hoofdplaats. Maar dat duurde niet lang. In 1818 werden Ankeveen en Nigtevecht weer afgescheiden. In 1819 werd de grens tussen de provincies Utrecht en Noord-Holland gewijzigd, Nederhorst den Berg 'verhuisde' van Utrecht naar Noord-Holland.
Verhouding land en water
Vóór het ingrijpen van de mens was het Horstermeer water en het gebied de Spiegel- en Blijkpolder was land van klei en vooral veen. De eerste bewoning was op het zand van de Berg en op de kleiboorden van de Vecht. Van hieruit werd het veen in Spiegel en Blijk ontgonnen. Door het turf baggeren ontstond daar het petgatenlandschap. Door zandwinning is een nieuw meer gemaakt. In 1882 is de Horstermeer drooggemaakt. Dat wil zeggen, toen is de Horstermeer ingepolderd en ontgonnen. Want al in de 17e eeuw is de Horstermeer met behulp van windmolens drooggemalen. Door het vele kwelwater kon de polder alleen niet drooggehouden worden. Aan het eind van de 19e eeuw was de techniek inmiddels zo veel beter dat inpoldering wel een succes was. Door de oorlog heeft de polder in 1940 en in 1945 onder water gestaan. Begin 1992 is het recreatiegebied Spiegelplas gemaakt Dit gebied ligt tussen de sporthal en het Googpad.
Meer informatie
- Voor alle informatie over recreatie en toerisme over Wijdemeren en de regio Gooi & Vecht verwijzen we u graag naar www.visitgooivecht.nl.
- Voor alle informatie over recreatie en toerisme in het Loosdrechts Plassengebied verwijzen we u naar www.loosdrechtsplassengebied.nl.